Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [36]Zie, dat is vreugde [37]zijns wegs; en [38]uit het stof zullen anderen voortspruiten. 36. Schimpender wijze past Bildad de voorgaande gelijkenis op den huichelaar en goddeloze, alsof hij zeide dat hij wel een schonen luister heeft voor een tijd, maar dat hij ten laatste ellendiglijk verdwijnt en niet meer gekend wordt. 37. Dat is, van zijn wezen, leven, staat en conditie. Vergelijk Gen.6:12. 38. Dat is, uit degenen, die vervallen en verarmd zijn. Of, uit anderen, waar men het niet van verwacht, kunnen anderen opstaan, die vroom zijn en in de plaats van den vorigen den zegen Gods genieten.